Minderjarige moet onmiddellijk cassatieberoep kunnen instellen tegen beslissing tot uithandengeving

Het Grondwettelijk Hof vindt dat een minderjarige die geconfronteerd wordt met een beslissing tot uithandengeving hiertegen onmiddellijk een cassatieberoep moet kunnen instellen. En dus niet moet wachten tot na het eindvonnis. Hem die mogelijkheid ontzeggen, schendt de Grondwet. Dat heeft het Grondwettelijk Hof gezegd in antwoord op twee prejudiciële vragen van het Hof van Cassatie.

Een minderjarige kan sinds 1 februari 2015 geen onmiddellijk cassatieberoep meer instellen tegen de beslissing van de jeugdrechtbank om hem uit handen te geven. Het Hof zegt dat het recht op een cassatieberoep enkel aan een rechtzoekende kan ontzegd worden als daar een redelijke verantwoording voor is.

Het Hof stelt vast dat de onmogelijkheid om onmiddellijk cassatieberoep in te stellen tegen de uithandengeving op onevenredige wijze de rechten van de minderjarige beperkt.

Een beslissing tot uithandengeving zorgt er voor dat de bijzondere beschermingsmaatregelen die voorzien zijn voor de minderjarige niet meer van toepassing zijn en dat hij aan de gewone rechtsmacht onderworpen is. De mogelijkheid om een cassatieberoep in te stellen na de eindbeslissing ten gronde volstaat niet, aldus het Hof, om de rechten van de minderjarige te waarborgen. De betrokkene zal op dat moment immers doorgaans al meerderjarig zijn.

Een cassatieberoep tegen een uithandengeving is pas doeltreffend als het arrest van het Hof van Cassatie snel wordt gewezen. Wat niet het geval is als het beroep pas kan ingesteld worden na het eindvonnis. Als de beslissing tot uithandengeving wordt verbroken na het eindvonnis, zijn de mogelijkheden van de jeugdrechter nog maar heel beperkt.

Het Hof stelt dat de minderjarige onmiddellijk na de beslissing tot uithandengeving in cassatieberoep moet kunnen gaan. Dan zal hij - bij een verbreking - nog effectief van de beschermingsmaatregelen van de jeugdrechter kunnen genieten.

Bron: GwH 24 oktober 2019, nr. 161/2019

Bron: Wet van 14 februari 2014 met betrekking tot de rechtspleging voor het Hof van Cassatie in strafzaken, BS 27 februari 2014 (art. 20)

Sv. (art. 420)
Jeugdbeschermingswet van 8 april 1965 (art. 57bis)

Actualités

Vlaamse sociale bescherming overkoepelt drie zorguitkeringen
Vlaanderen bundelt drie zorgtegemoetkomingen onder de noemer Vlaamse sociale bescherming. Het gaat om de Vlaamse zorgverzekering, de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden en het ...  Lire la suite
Fedris, nouvelle agence des risques professionnels dès le 1er janvier 2017
Le Fonds des Accidents du travail (FAT) et le Fonds des maladies professionnelles (FMP) fusionnent en une seule institution : l'Agence fédérale des risques professionnels, soit 'Fedris' en abrégé. ...  Lire la suite
Un système de traitement des plaintes et des amendes administratives pour les infractions aux droits des passagers voyageant par mer ou par voie de navigation intérieure
Depuis le 18 décembre 2012, les passagers voyageant par mer ou par voie de navigation intérieure ont droit à des informations, à une assistance et à des indemnités en cas d'annulation ou de retard. ...  Lire la suite
search news