Verwerking van persoonsgegevens door politie: expliciete machtigingsvrijstelling in Privacywet

De politiediensten hebben geen machtigingen meer nodig van het sectoraal comité voor de federale overheid om persoonsgegevens vanuit overheidsdatabanken te verwerken. Die expliciete machtigingsvrijstelling staat voortaan uitdrukkelijk in de Privacywet.

Wettigheid flitsboetes

De wetgever wil hiermee vermijden dat er nog onzekerheid ontstaat, zoals recent het geval was met de flitsboetes. De wettigheid van de flitsboetes kwam enkele maanden geleden op de helling te staan na een uitspraak van het Hof van Cassatie. Volgens het Hof moeten de politiediensten immers steeds over een machtiging beschikken van het sectoraal comité om toegang te hebben tot databanken van andere overheidsdiensten, zoals de Kruispuntbank van de Voertuigen. En dat was conform de bestaande wetgeving niet het geval.

Wettelijk kader

De politie is onderworpen aan erg strike regels voor de verwerking van persoonsgegevens (artikel 44 en volgende van de Wet op het Politieambt) met heel wat controlesystemen op meerdere niveaus (denk aan de veiligheidsconsulenten en het Controleorgaan op de politionele Informatie). Daarom werd 14 jaar geleden beslist om de politiediensten een algemene machtigingsvrijstelling toe te kennen. Concreet stelt het KB van 4 juni 2003 dat 'alle elektronische mededelingen van persoonsgegevens die de politiediensten verrichten tijdens de uitvoering van de opdrachten die hun worden toevertrouwd overeenkomstig de artikelen 44/1 tot 44/11 van de Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt zijn vrijgesteld van enige machtiging van het Sectoraal comité voor de federale overheid, opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer'.

Een algemene uitzondering op artikel 36bis van Privacywet dus.

Onvoldoende

Maar volgens het Hof van Cassatie dekt de vlag onvoldoende de lading?

Om de wettigheid van flitsboetes te garanderen werd dan ook meteen na de uitspraak van het Hof een specifieke machtiging verleend door het sectoraal comité. Zij het alleen voor de verwerking van persoonsgegevens van het DIV.

Wat met informatie uit andere databanken?

De vraag bleef dus of de politie voor àlle types van werking van persoonsgegevens van andere overheidsdiensten gemachtigd was. De wetgever wil daarom voor eens en altijd duidelijkheid in de materie: de Privacywet stelt de politiediensten, bij de uitvoering van hun opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie, voortaan vrij van alle voorafgaande machtigingen door het sectoraal comité die nodig zijn voor de verwerking van persoonsgegevens van de overheidsdiensten.

Terugwerkende kracht

De wet heeft terugwerkende kracht, met ingang van 26 juni 2003. Dat is de dag waarop artikel 36bis van de Privacywet in werking is getreden. Meteen ook een garantie voor de rechtszekerheid van oude flitsboetes.

Bron: Wet van 14 juni 2017 tot wijziging van artikel 36bis van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, BS 28 juli 2017.

Nieuws

Vlaamse sociale bescherming overkoepelt drie zorguitkeringen
Vlaanderen bundelt drie zorgtegemoetkomingen onder de noemer Vlaamse sociale bescherming. Het gaat om de Vlaamse zorgverzekering, de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden en het ...  Lees meer
Fonds voor arbeidsongevallen wordt 'Federaal agentschap voor beroepsrisico's'
Er komt een fusie van het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO) en het Fonds voor de beroepsziekten (FBZ). Het FBZ verdwijnt en wordt geïntegreerd in het FAO dat behouden blijft. Enkel de benaming ...  Lees meer
Klachtensysteem en administratieve geldboetes bij inbreuken op passagiersrechten zee- en binnenvaart
Sinds 18 december 2012 hebben passagiers die over de zee of de binnenwateren reizen, recht op informatie, bijstand en vergoedingen bij annulering of vertragingen. Een gevolg van Europese Verordening ...  Lees meer
search news