Strenger regime bij administratieve geldboeten voor zelfstandigen (art. 12-19 PW)

De programmawet van 1 juli 2016 bundelt een paar fraudebestrijdingsmaatregelen die geënt zijn op het sociaal statuut voor zelfstandigen. Ze maken deel uit van een ruimer plan voor de bestrijding van sociale fraude. Het gaat hier om de administratieve geldboeten. Ook de fictieve aansluiting komt aan bod.

Hoofdelijke aansprakelijkheid

De programmawet van 1 juli 2016 breidt de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de betaling van de administratieve geldboeten uit tot de geholpen zelfstandige. Bedoeling is uiteraard om een betere afdwingbaarheid en invordering van de administratieve geldboeten mogelijk te maken, want deze hoofdelijke aansprakelijkheid gold enkel voor de rechtspersoon waarin de zelfstandige vennoot of mandataris is.

Het KB nr. 38 houdende inrichting van het sociaal statuut bepaalt voortaan dat de zelfstandige, samen met de helper, hoofdelijk gehouden is tot de betaling van de door deze laatste verschuldigde bijdragen en administratieve geldboeten. Hetzelfde geldt voor de rechtspersonen voor de bijdragen en de administratieve geldboeten die verschuldigd zijn door hun vennoten of mandatarissen.
Door deze toevoeging wordt ook de geholpen zelfstandige ertoe aangezet om zijn helper degelijk te informeren over zijn sociale verplichtingen.

Verjaring

De wetgever bepaalt uitdrukkelijk dat de inningsorganismen ook belast zijn met de invordering van de administratieve geldboeten, zo nodig langs gerechtelijke weg.

En de verjaringstermijn van de invordering van de administratieve geldboete wordt vastgelegd. De invordering verjaart na 5 jaar, te rekenen vanaf de dag waarop er geen beroep meer kan worden aangetekend tegen de beslissing.
De vorderingen tot terugbetaling van ten onrechte betaalde bijdragen of administratieve geldboeten verjaren na 5 jaar, te rekenen vanaf de 1ste januari van het jaar dat volgt op datgene waarin de onverschuldigde bijdragen of administratieve geldboeten werden betaald.

Bij de opsomming van de stuitingsdaden van de verjaring worden de administratieve geldboeten toegevoegd, die de stuiting van de verjaring via aangetekend schrijven viseert. Zo heeft men het onder andere over een stuiting 'met een aangetekende brief waarbij het organisme, dat belast is met de invordering, de door de betrokkene verschuldigde bijdragen of administratieve geldboeten vordert'.
Dat geldt ook voor de administratieve geldboeten die verschuldigd zijn door de meewerkende echtgenote, en voor de vordering tot terugbetaling van de ten onrechte betaalde administratieve geldboeten.

Fictieve aansluiting

Voor de administratieve geldboeten verwijst men naar artikel 17bis van het KB nr. 38. Belangrijk is de herformulering van §1bis waarin de inbreuk wegens fictieve aansluiting aan bod komt.
De verwijzing naar het niet hebben van een hoofdverblijfplaats in België (wet van 8 augustus 1983) wordt weggelaten en vervangen door het gebruik van het attest van aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds om een verblijfstitel van langer dan 3 maanden te bekomen. Want dit attest van aansluiting maakt voor een EU-burger een verblijfsrecht van langer dan 3 maanden in België mogelijk. Door dit verblijfsrecht, bekomen op basis van een fictieve aansluiting, verkrijgt men dan indirect het recht op een leefloon en sociale uitkeringen.

Het KB nr. 38 bepaalt voortaan dat de administratieve geldboete oploopt tot tweemaal het bedrag van de voorlopige kwartaalbijdrage voor elke persoon die een attest van aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen vraagt om een verblijfstitel van langer dan 3 maanden te bekomen en voor wie wordt vastgesteld dat hij zich bij dat fonds heeft aangesloten zonder een beroepsactiviteit aan te vatten.

Ook hier voorziet de wetgever uitdrukkelijk in de hoofdelijke aansprakelijkheid van de 'geholpen' personen of vennootschappen die zo'n frauduleuze constructies opzetten. Er is dus een wettelijke basis om de administratieve geldboete ook bij deze partijen op te vorderen. In de praktijk blijkt dat het vaak gaat om aansluitingen als helper of als werkend vennoot of mandataris, waarbij vaak dezelfde 'geholpen' fysieke personen of vennootschappen opnieuw opduiken.

Zijn dus voortaan hoofdelijk gehouden tot de betaling van die administratieve geldboete:

de natuurlijke persoon die valselijk verklaard heeft door de pleger van de inbreuk geholpen te worden (?helper?);

de rechtspersoon die valselijk verklaard heeft dat de pleger van de inbreuk in zijn schoot een zelfstandige beroepsactiviteit uitoefent als werkend vennoot of als mandataris.

Tot slot wordt de referteperiode voorafgaand aan de datum waarop de inbreuk gepleegd wordt die achteraf aanleiding geeft tot een beslissing met uitstel, van 1 jaar op 5 jaar gebracht. Parallel hiermee wordt ook de proefperiode binnen dewelke er geen nieuwe inbreuk gepleegd mag worden vanaf de kennisgeving van een beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete met uitstel, verlengd tot 5 jaar. Beide aanpassingen moeten het ontradend effect van een beslissing met uitstel te verhogen.

Snellere invordering

Met een toevoeging in artikel 17ter van het KB nr. 38 maakt de wetgever een snellere invordering van de administratieve geldboete mogelijk. De betalingen die verricht worden na het opvorderen van de administratieve geldboete door het sociaal verzekeringsfonds worden voortaan prioritair aangewend voor de aanzuivering van de administratieve geldboete.

Voor de beslissingen tot het opleggen van een administratieve geldboete die betekend worden vanaf 1 juli 2016 geldt volgende regeling: 'Vanaf de datum waarop het fonds een administratieve geldboete vordert, wordt elke daaropvolgende betaling, in afwijking van de artikelen 1253 en 1256 van het Burgerlijk Wetboek, prioritair door het betrokken fonds aangewend voor de betaling van die administratieve geldboete.'
In de memorie van toelichting bij de programmawet wijst men erop dat de afwijking op het Burgerlijk Wetboek haar verantwoording vindt in het feit dat de sociale verzekeringsfondsen tegelijk belast zijn met de invordering van de sociale bijdragen en de administratieve geldboeten.

De wetgever voegt ook een artikel 17quinquies toe aan het KB nr. 38, dat betrekking heeft op de verjaring van de beslissing tot oplegging van de administratieve geldboete.
Op die manier wordt - net als in het Sociaal Strafwetboek - een onderscheid gemaakt tussen de verjaring van de beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete enerzijds, en de verjaring van de invordering van de administratieve geldboete en de verjaring van de vordering tot terugbetaling anderzijds. Voortaan wordt dat onderscheid dus ook gemaakt voor de administratieve geldboeten die deel uitmaken van het sociaal statuut voor zelfstandigen.
De administratieve geldboete kan niet meer opgelegd worden 5 jaar na de feiten. Stuiting is mogelijk.

Voorrecht

Een laatste ingreep betreft een wijziging van de wet van 16 december 1851 betreffende de voorrechten en hypotheken. Parallel met de andere aanpassingen wordt het algemeen voorrecht op de roerende goederen, waarover de sociale verzekeringsfondsen al beschikken voor de inning van de bijdragen, uitgebreid tot de administratieve geldboeten.

In werking

Dit onderdeel van de programmawet van 1 juli 2016 treedt in werking op 1 juli 2016.

Het gaat om de beslissingen tot het opleggen van een administratieve geldboete die betekend worden vanaf 1 juli 2016 en om de aansluitingsverklaringen die worden ondertekend vanaf 1 juli 2016.
De wetgever bepaalt uitdrukkelijk dat de andere gevallen worden geregeld overeenkomstig de bepalingen die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van de nieuwe regels.

Bron: Programmawet van 1 juli 2016, BS 4 juli 2016 (art. 12?19 PW)

News

Vlaamse sociale bescherming overkoepelt drie zorguitkeringen version[@language='en' and @version='published']
Vlaanderen bundelt drie zorgtegemoetkomingen onder de noemer Vlaamse sociale bescherming. Het gaat om de Vlaamse zorgverzekering, de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden en het ...  Read more
Fonds voor arbeidsongevallen wordt 'Federaal agentschap voor beroepsrisico's' version[@language='en' and @version='published']
Er komt een fusie van het Fonds voor arbeidsongevallen (FAO) en het Fonds voor de beroepsziekten (FBZ). Het FBZ verdwijnt en wordt geïntegreerd in het FAO dat behouden blijft. Enkel de benaming ...  Read more
Klachtensysteem en administratieve geldboetes bij inbreuken op passagiersrechten zee- en binnenvaartversion[@language='en' and @version='published']
Sinds 18 december 2012 hebben passagiers die over de zee of de binnenwateren reizen, recht op informatie, bijstand en vergoedingen bij annulering of vertragingen. Een gevolg van Europese Verordening ...  Read more
search news